“Op vakantie zie je dat het leven toch anders bedoeld was” (Loesje)

5 juni 2018 - Ourense, Spanje

“De oorsprong van de stad Ourense kan worden herleid tot de Romeinen en de aanwezigheid van de hete bronnen, genoemd Burgas. Ourense was tevens een van de makkelijkste plekken om de rivier de Minho over te steken en daarom besloten de Romeinen er een versterkte nederzetting te bouwen. Na de Romeinse periode maakte Ourense, gedurende het grootste deel van de 5e, 6e en 7e eeuw,  deel uit van de Sueven koninkrijk. In 716 werd de stad door Moren verwoest. Na de herovering door Alfonso de Derde van Asturië werd de stad in 877 heropgebouwd. De Noorse invasies en aanvallen van de Arabische krijgsheer Al-Mansoer brachten de stad opnieuw zware verliezen toe. Het was onder Sancho de Tweede en zijn zuster Dona Elvira dat de stad opnieuw gevestigd werd tijdens de 11e eeuw. De definitieve  stedenbouwkundige impuls kwam pas de 12e eeuw, toen Ourense een belangrijk dienstencentrum werd langs de Via de la Plata. Vanaf de 16e eeuw trad het verval in en ontwikkelde Ourense zich tot de middelmatige provinciehoofdstad van vandaag. 

Ourense ligt op het kruispunt van een van de pelgrimswegen uit Portugal en de Via de la Plata naar Santiago de Compostella. De stad is grotendeels gelegen op de linkeroever van de Minho. De oude stad gelegen op een heuvel bij de Minho, wordt van de rivier gescheiden door het moderne Ourense.

De romaans-gotische Kathedraal de San Martin, de belangrijkste bezienswaardigheid van Ourense, bevindt zich even voorbij de nadere zijde van de Plaza Mayor. De eerste steen van de kathedraal, gebouwd op de plaats waar de Sueven al een basiliek hadden, werd gelegd in 1132, maar het zou tot ver in de 13e eeuw duren voor het bouwwerk voltooid was. Ook  in latere eeuwen werd er druk aan de kathedraal verder gebouwd. Het resultaat is een interessante mengeling van stijlelementen. ....... In de Capilla Mayo (hoogaltaar) bevind zich het grote rentabel met twintig scenes uit het leven van Christus.  Het werd vervaardigd door Cornelis de Hollanda en dateert uit 1521. Het hekwerk in plateresco-stijl, aan de zuidzijde bekroond door een ruiterbeeld van de  heilige Martinus, dat het hoogaltaar afsluit, is van bijzondere kwaliteit. Het 16e eeuwse houtsnijwerk op de stoelen van het priesterkoor is het werk van Diego de Siloe en Juan de los Angeles. Hun werk vinden we ook terug in de kathedraal van Burgos.

De mooiste brug over de Minho is de Puente Viejo, die met zeven bogen het water omspant. De middelste boog, 37 meter boven de stroom, is de hoogste. Hoewel de brug in deze vorm dateert uit 1230 en dus middeleeuws is, wordt hij ook wel Puente Romano genoemd, omdat hij rust op romeinse fundamenten”.

(Bron: cultuurgids Ourense-Santiago, pelgrimsroutes.nl).

We hebben na inkwartiering door de oude stad geslenterd. Tot 18.00 uur is het uitgestorven, weten we inmiddels uit ervaring. Bovendien viel de regen met bakken uit de lucht. We hebben onze tijd goed besteed door met een audiotour de kathedraal te bezichtigen. Met name de Portico del Paradiso is prachtig, maar ook het hoogaltaar mag er wezen. 

Na al dat moois hebben we een glas rode wijn ( Ribera del Duero) gedronken in een gezellig barretje en zijn we op zoek gegaan naar de warmwater bronnen. Deze zijn echt heel warm. ‘S avonds aten we in een Mexicaans eettentje. Lekker pittig. 

Onze viersterren kamer in “Hotel Carris Cardinal” was lekker ruim en van alle gemakken voorzien. Ik heb een goede nacht gemaakt sinds lange tijd. 

Vanmorgen vertrokken we onder een zwaarbewolkte lucht met 13 graden “ Regen, regen en nog eens regen”, luidde de voorspelling en daarvan bleek geen woord gelogen. Vanaf 10 uur heeft het onophoudelijk geregend met wisselende intensiteit. Het was een uitdaging in de tikkende regen op de paraplu een symfonie te horen en in de kringen in de plassen, een kunstwerk. 

De pelgrimstocht ging beginnen. Ik was er helemaal klaar voor. Het gevoel was wezenlijk anders dan vorig jaar, maar nog altijd met verwachting. Ik wist nu welke vraag mij gesteld zou worden op het  pelgrimskantoor in Santiago bij het ophalen van de Compostela: wat was het doel? Nu wist ik het antwoord: leren minder perfectionistisch te zijn, meer leren los te laten en meer te genieten. Hoe ik dit antwoord in verstaanbaar Engels zou gieten, weet ik nog niet, maar daar kan ik  nog een paar dagen op  broeden.

De eerste 5,5 km was het wandelcorfee: langs een weg met veel stinkende dieselauto’s. Ik zag (stok)rozen en lelies bloeien en nog net niet rijpe frambozen. Na het bord ‘Cachaxuas’ en een tunneltje met een stoplicht voor voetgangers, dat na indrukken, de auto’s tot stilstaan dwong, liepen we het groen in omhoog. Een pittig klimmetje van 21 % naar Castro de Beires op 398 m. 

We zagen hoe wolken tegen de bergen op leken te klimmen, hoorde zangvogeltjes en de repeterende roep van de koekoek. Vingerhoedskruid, Jakobskruiskruid,  robertskruid,  bezemkruiskruid, mint, ereprijs... bloeiden op de bergwand. Een mooie weg, jammer van die autostank. 

Oude wegwijzers wezen de weg naar Santiago. We liepen met grote regelmaat over oude Romeinse wegen door idyllisch eikenbos. Heel fraai met bemoste stenen muurtjes zonder mortel, duidelijk bedoeld als afscheiding. Dode eikentakken waren begroeid met wit-lichtgroen mos dat ik herkende van kerstukjes. Brem bloeide en geurde. Vervolgens liepen we over de middeleeuwse Ponte Madras. 

De ontmoeting, die ik beslist niet onvermeld mag laten op deze eerste wandeldag was met Cesar M. Pina van Casa Cesar, die langs de route pelgrims hartelijk onthaalde met soep, brood, koffie en wijn voor de liefhebbers. Een wereldverbeteraar, die de Santiago-gangers als zijn (grote) familie beschouwt. Iedereen moest op de foto en van elk land was er wel een souvenir of anekdote te vertellen. Hij kende Nederland goed en zelfs de RET was hem bekend. Aan zijn tafel in krappe behuizing vol met snuisterijen, zaten we met een Australische pelgrim die 25 april in Sevilla was gestart en een Spaans stel. Gesprekken kwamen op gang. Een vrijwillige gift dekte zijn onkosten. 

En zo kwamen we rond 15.15 uur na 22,5 km en 700 m hoogteverschil aan in Pazos, onder de gemeente van San Cristovo de Cea vallend.  Ons ruime onderkomen is een volledig appartement (“Pazos Alojamiental Rural”) met keuken. Om 20.00 uur worden we ( hopelijk) opgehaald voor het eten elders in een restaurant en voor het ontbijt wordt gezorgd. We zullen hier twee nachten verblijven. Het is zo landelijk, dat er helemaal niets is. Het staat echt in de ‘middle of nowhere’. Het dorp bestaat uit hooguit tien huizen en een haan, die slecht bij ‘stem’ is.

De eerste actie  bij aankomst was een warme douche en de natte sokken, jas en schoenen uit. Nu zit ik op bed te schrijven. Kopje thee erbij. Het leven is goed voor mij. ik heb Loesje’s boodschap begrepen!

Ps dank voor alle (bemoedigde) reacties via dit blog, mail of WhatsApp. 

Daar is ie weerJacobus   De Heilige Christoffel   Graftombe van een kimd

Jezus met echt haar en huid van leer   Altaar   Detail van de Portico del paridisoFragment van de Portico del paridiso   Kaarsje branden voor de goede afloop en mooi weer   Kathedraal van Ourense    Playa de Major   Romeinse baden    De warmwaterbronnen    De Romeinse brug over de RIO Minho    Tunneltje met voetgangerslicht   Stevig klimmetje   Koffiestop   Onderweg   Casa Cesar   Interieur van Casa Cesar   Cesar   Wegwijzer   Wegwijzer    Wegwijzer   Met mos begroeid   Ponte Madras   Bemoste stenen muurtjes in eikenbos   Paddenstoelen   Ons onderkomen   Keuken   Uit eten in Café Bar A Cubeura   Melluze con patates, ensalade

Foto’s

1 Reactie

  1. Kees nab:
    7 juni 2018
    Wat een mogelijkheden om onderweg mooie foto's te maken.
    Het mag dan wat regenen, maar alles wordt weer goed gemaakt door het comfort van een goed onderkomen.
    Gr. Kees en Mieke