“Er zijn zoveel prachtige redenen om gelukkig te zijn.

16 mei 2022 - Sarria, Spanje

Tel je zegeningen en bewaar ze” (voorpositiviteit.nl)

Gisteren in de namiddag zijn we door een Benedictijner monnik rondgeleid in het  Monasterio  de San Julian y Santa  Basilisa of  het Monasterio de Samos. Het klooster werd omstreeks de 5e/6e eeuw gesticht en geldt hiermee als een van de oudste kloosters van de westerse wereld. Sinds de 10e/11 eeuw gelden hier de orde regels van de heilige Benedictus. 
De rondleiding was in het Spaans en was dus niet te volgen. Wat ik met name heel mooi vond was de gotische kruisgang met kruisgewelf en de binnentuin. Ook de ruimte, die ik als apotheek zou bestempelen, was interessant. De muurschilderingen op de eerste etage met episodes uit herleven van Benedictus dateren van na 1957. De kerk vond ik overdadig, somber en koud. We waren blij weer in de zon te kunnen staan en op te warmen.

Om 19.00 uur werden we verwacht aan tafel. Daar schoven ook een Amerikaans stel en hun zoon aan. Hij was dokter in ruste (79), Barbara was opgeleid als verpleegkundige (75). Zij woonden in Arizona. Zoon Eduardo was trainer van een basketbal team aan een universiteit. Hij was de “protector” van zijn ouders. Hij liep de Camino hard (!) en zorgde dat alles in orde was als zijn ouders aankwamen. Het was een geanimeerd gesprek. We aten het Pelgrimsmenu, bestaande uit een salade, reis met een vegetarische burger en chocolade mousse toe. Anderhalf uur later namen we afscheid. 
 

ik hoorde vannacht een bosuil. Helaas was de gedeeltelijke maansverduistering niet te zien door het wolkendek. We stonden tegen zevenen op. Haast hadden we helemaal niet. Naar Sarria was het maar 15 km. Het bad overleefde we; doodeng, zo glad dat het was. De aparte luchtjes in het hele huis begonnen tegen te staan. Onze gastvrouw was echter zeer zorgzaam en deed haar werk met veel voelbare liefde, dat elk commentaar overbodig maakt . Om 8 uur hadden we afgesproken elkaar weer te treffen aan het ontbijt, maar het liep anders dan we hadden verwacht. Barbara werd niet goed. Ik was werkelijk benauwd dat ze er tussen uit zou piepen. De dokter ontfermde zich over haar en voordat we daadwerkelijk het pand verlieten kon hij vertellen, dat het goed ging met zijn vrouw. Eduardo zou dat later nogmaals bevestigen, toen we hem hardhollend tegen kwamen. 
 

Het was 16 graden, zwaarbewolkt en 9 uur toen we na twee espresso’s echt startten. We liepen Foxos en Terquin in en weer uit. We volgden de Rio Sarria. We zagen aronskelken,slangenkruid, jasmijn bloeien. De holle weg klom langzaam omhoog. We arriveerden in Parcais, dat uit een paar huizen en kerkje bestond. Vervolgens liepen we door een prachtig groen bos. Fluitenkruid bloeide. Een kakofonie van zangvogels, die de stilte alleen maar verdiepte. In Gorolfe stond de kapel van “Onze lieve vrouw van de wonderen”. Er stonden maar twee knielbankjes in, net zo veel als er huizen waren. 
Het hooggebergte hadden we nu definitief achter ons gelaten. Een lieflijk heuvellandschap met mini akkertjes, die bewerkt werden was daar voor in de plaats gekomen. In “A Fonte des Bodas” in Vegia de Reinz dronken we wat. Een idyllisch plekje. Via lieflijke koeienweides, bemoste muurtjes, loofbos met o.a. eiken, kwamen we aan in Perros. In Aquicida leken de boerenzwaluwen de enige bewoners te zijn. Het gehucht bestond uit veel bouwvallen. Een boerenbedrijf met koeien, metershoge spruitjesplanten, een trekker die de aarde omploegde en waarachter vijf ooievaars een kostje bij elkaar scharrelden. We liepen San Mamede binnen. De zon brak door en wolken losten  op. 
Net voor Sarria dronken we thee uit de veldfles, aten we yoghurt en een appel. Het was druk op de Camino. Nu we de honderd kilometer naderen, neemt het aantal pelgrims toe. Na 100 gelopen km, krijg je ook namelijk de Compostela. 
De buitenwijken van Sarria zijn verschrikkelijk met hoogbouw, onafgemaakte bouwactiviteiten, smerigheid. Ik had het liefst doorgelopen en deze stad snel willen vergeten. 
We hebben lang gedaan over de laatste kilometers. We aten een sandwich op het terras van “Cafetaria Next”, dat aan  de rivier staat. Uiteindelijk kwamen we om half drie aan “Hotel Rua de Peregrino”. De dame die ons ontving was kort en alles behalve vriendelijk. Bars vroeg ze om de naam en paspoorten. De kamer is zakelijk en functioneel, maar we hebben nu wel een (1) bed. 
 

We hebben eerst gerommeld en gedoucht voordat we de straat weer op gingen. De mooiste straat is de Rua Maior, die door herenhuizen uit de 18e eeuw wordt geflankeerd. Het huidige kantongerecht was tot 1839 het pelgrimshospitaal San Anton. Ernaast staat de Templo del Salvador (13e eeuw, gotisch). Van de middeleeuwse burcht zijn alleen de vestingmuren nog bewaard gebleven. 
We deden boodschappen in de “Dia”, dronken nog een biertje in de avondzon en aten tapas in “Meson Roberto”. Heerlijk!  
 

De vraag die me bezighoud is waar de Vlaming is gebleven en de Japanner, Janet, Viooltje (in werkelijkheid bleek het een joekelille te zijn, maar zijn bijnaam is gebleven)? Oké, niet iedereen loopt dezelfde afstand en in hetzelfde tempo, maar toch. Wie weet zien we elkaar weer in Santiago, over 5 dagen en 105 km. Morgen lopen we 23 km naar Portomarin. De temperatuur gaat weer langzaam oplopen naar 29 graden in Santiago. Vandaag was het heerlijk wandelweer. 
 

Vandaag maar 19 km gelopen. Mijn lijf lijkt weer hersteld van alle pijntjes. 
Ik tel mijn zegeningen en ben dankbaar. Ik voel me zeer bevoorrecht dat ik deze mooie wandeltocht mag maken. Het lopen gaat zonder problemen, zelfs zonder blaren. En de natuur is in deze tijd van het jaar zo mooi. Ja, ik ben een gelukkig mens! 

Foto’s

2 Reacties

  1. Marieke Ohm:
    17 mei 2022
    De realiteit laat een hoop aan de verbeelding over
  2. Conny Plomp:
    17 mei 2022
    Zeker, je moest eens weten hoe rijk mijn fantasie is. Al die pelgrims ken ik hele verhalen toe en bijnamen.