"Het publiek juicht een vuurwerk toe, maar geen zonsopgang" (Friedrich Hebbel)

10 januari 2024 - Wageningen, Nederland

Het zou nog een dag winteren en dan zou de wind weer draaien naar het westen. Vandaag moest het dan gebeuren, de eerste wandeling in het training voor de Camino. Om half elf moest ik bij Tine zijn in Bennekom, dus ik besloot naar haar toe te lopen. 

Het was net geen half 9 toen ik het Laarsenbergbos instapte. Het was min zes graden, voor het gevoel min elf, helder en een Oostenwind, kracht 2. Gisteravond was de eerste marathon gereden op natuurijs in Winterswijk, vanavond zou de tweede in Noordlaren gereden worden. Het schemerde nog, maar ik moest doorlopen om de zon boven de horizon te zien glippen. Ik was niet de enige, die op dit vroege tijdstip door het bos liep; ik kwam drie mensen tegen die hun hondje uitlieten en een hardloper. Het pad was stenig en ik moest goed uitkijken waar ik mijn voeten zette. Ik was op weg naar Tine, een van de deelnemers van "Filosofia", ons clubje van amateurfilosofen, dat ongeveer zes keer per jaar bij elkaar komt. Filosofieboeken waren tot dusver onze inspiratiebron geweest, maar nu was een tekst van Co de aanleiding geweest voor een filosofische, creatieve vertaling. Ook zouden we iets mee nemen wat de laatste periode van betekenis was geweest voor ons persoonlijk. Ik had een lotus waxine houder als symbool voor hoop in mijn rugzak en op mijn telefoon het lied "Prayer Of The Mothers" (Yael Deckelbaum) gedownload. Het lied kwam met een grote kracht mijn leven binnen op Oudejaarsdag tijdens de Wereldmeditatie voor vrede en had enorme indruk op me gemaakt. Het bracht me hoop na maanden machteloosheid en verdriet over de chaos in de wereld en dichter bij huis, in Nederland. Dit lied, het lied "One Day" (Matisyahu), die door joden en moslims gebroederlijk werd gezongen en de film "The Old Oak" hadden me op Oudejaarsdag weer hoop gegeven op een betere wereld. Die hoop, droeg ik nog steeds bij me. Dat wilde delen met Ine, Co en Josien. Ik kan de wereld niet veranderen, alleen me leren verhouden ertoe. Niet door in mijn schulp te kruipen, maar juist de verbinding aan te gaan en in de eerste plaats met mezelf. En vanmorgen met de natuur. Ook daarin was hoop te vinden; in de zon, die elke dag weer opkomt en onder gaat, de sneeuwklokjes in de tuin, die de hoop op een nieuw voorjaar verbeelden enzovoort. 

Ik stapte stevig door tijdens deze mijmeringen. Ik hoorde een roodborstje en een vinkje en zag hoe her en der de kou zichtbaar was door gras dat wit bevroren was. Na een minuut of vijftien liep ik het bos uit en stak de Cuneraweg over. Er was veel verkeer; er moet ook gewerkt worden. Ik liep het Achterveld in. Koeien stonden op stal, de schapen, goed in de wol,  buiten. Ook in Rhenen krijgen de boeren nu subsidie voor wolf werende hekken, omdat de wolf ook op de Utrechtse Heuvelrug rondwandelt. In het westen kleurde de lucht blauw, rozig en violet en in het oogsten heel licht blauw en geel, roze, lila en daar waar de zon over de horizon zou glijden, goudkleurig. Aan de horizon wat flarden van wolken. Ik moest denken aan de prachtige documentaire, die we gisteren voor de tweede keer hadden gezien maar nu op tv, "Hooiland". Het is een film over de ontwikkeling van nieuwe natuur in het Binnenveld, het landbouwgebied tussen Wageningen en Veenendaal. Daar kwam ik nu niet, maar het beeld van de zonsopgang was vergelijkbaar. Het was koud, maar de wind viel erg mee. Het ijs in de bermen had prachtige kunstwerken gevormd. Mijn neus liep en tranen biggelden wel over mijn wangen. Ik hoorde op stal staandkoeien, schapen, overtrekkende gakkende ganzen en heien (van de bouw) in de verte. Opnieuw was ik niet de enige die hier in alle vroegte rondliep; fietsers op snelle fietsten zoefden voorbij. Het was lekker om te lopen. Om 8.42 uur kwam de zon op in een spetterend vuurwerk. Ik juichte het toe, met vuurwerk heb ik minder. Ik liep in het gouden licht over het bruggetje over het Valleikanaal (vroeger de Grift genaamd) en sloeg linksaf de Zijdevang in en vervolgens links de Haarweg in. De kleiklonten baadden ook in het gouden licht en het werd een heel surrealistischer beeld. 

Er was wat meer bewoning en musjes lieten zich kwetteren horen in de struiken. Om kwart over negen stapte ik de gemeentegrens van Wageningen over en betrad daarmee ook onmiddellijk de wereld van studenten; studentenwoningen aan de linkerkant.  Aan het eind van de Haarweg blijkt de nieuwe wijk Krijthehof al klaar te zijn en zelfs bewoond. Ik liep door Wageningen en op een gegeven moment bereikte ik de Grintweg naar Bennekom. Ik liep langs het restaurant "t Gesprek", het Tuincentrum "De Oude Tol", Het Bijenhuis en de Landwinkel. Precies om half elf stond ik voor de deur van Tine, waar ook Co en Josien op dat moment ook aan kwamen. We hadden een mooie ochtend waarin prachtige verhalen werden gedeeld.

Het was  maar tien kilometer, maar het smaakt naar meer. Volgend week hopen we weer te lopen. Dan weer samen. 

Foto’s

4 Reacties

  1. Jantje struif bontkes:
    11 januari 2024
    mooi Conny, wat schrijf jij goed en wat beleef je de dingen intens !
    Een mooi gelukkig en inspirerend 2024 gewenst!
    Jantje
  2. Conny Plomp:
    11 januari 2024
    Wat een lieve reactie Jantje. Ook voor jullie de beste wensen!
  3. Marieke Ohm:
    16 januari 2024
    Wandelen is het beste medicijn.(Hippocrates)
  4. Conny Plomp:
    16 januari 2024
    Die oude filosoof heeft gelijk!