“Het eindpunt kan nooit zo interessant zijn als de weg er naartoe”
Dit citaat is een Boeddhistisch gezegde en hoe waar! We hebben nu nog maar twee wandeldagen naar Gijon. Het gaat snel nu. De weg er naartoe was vandaag weer zo mooi! Ik voel me nu opgenomen in de grote Santiago familie; we zien steeds meer bekenden opduiken, al dan niet aan het ontbijt of in de bar. Al die ervaringen maken de Camino.
Gisteravond hebben we de nodige moeite gedaan om ergens te eten, er is zoveel dicht. Er waren weinig mensen op straat, de stad had weinig levendigs. Uiteindelijk konden we terecht in “Cafetaria las Vegas” en hebben we gamba’s met een salade gegeten.
We hebben prima geslapen in ons knusse onderkomen. Om 8.00 uur vertrokken we voor een ontbijt in de stad. Het was zwaarbewolkt en 12 graden en regen werd verwacht.
In “Café la Villa” aten we twee tostada met jam en boter, jus d’orange en koffie.
Drie kwartier later liepen we langs de haven, over de brug over de Rio Sella, langs het strand over de boulevard met prachtige panden en door de buitenwijken. Opnieuw viel ons op dat er veel (vakantie)huizen dicht zijn en geprivatiseerd door slagbomen of grote hekken. Ze zijn erg op hun privacy gesteld.
Op een gegeven moment klommen we naar Tevenes. Het was opvallend, dat er niemand voor of achter ons liep. En dat bleek te kloppen; we hadden een afslag gemist en liepen totaal verkeerd. Het zou vandaag niet de eerste keer zijn. De app Bueno Camino bood uitkomst.
We besloten door te lopen en in Abeo de route weer op te pakken. Het was zo’n mooie hoogteweg, waar we links op het Mar Cantabrico keken en rechts op het groene heuvelachtige landschap waar geboerd werd. Huisjes lagen her en der verspreid. Gierzwaluwen vlogen laag.
Tussen Ribadesella en Gijon zijn overigens botten en voetsporen gevonden van Dinosauriërs, de kust heet hier daarom Costa de los Dinosaurios.
Om 10.45 uur liepen we Vega binnen; een mooi plaatsje met muurschilderingen. Alles dicht helaas. Het begon flink te regenen. De poncho aan en verder over het rotspad boven het Playa de Vega. In Berbes hebben we geluncht in de Portico van de kerk. De regen viel met bakken naar beneden. In de bar dronken we een espresso voor een stempel en toiletbezoek. Het pad volgde nu de kust langs prachtige stranden met maagdelijk wit zandstrand. Geen mens te zien.
Het was zo verschrikkelijk mooi! We zagen een veld vol lichtgele ratelaar. In Duesas aan de Playa Espasa, dronken we thee in “Restaurante de la Espasa”. Daar kwamen we weer bekenden tegen.
De zon liet zich even zien en de zee kleurde mintgroen. We zagen pelgrims voorbij sjokken.
Nog 5 kilometer te gaan. De mimosa was uitgebloeid. We staken de Rio Espasa over (mooi natuurgebied) en liepen La Isla binnen. Het pad liep door bos over gladde stenen en vervolgens langs appelbomen. Het laatste stukje ging stijgend en dalend zoals eigenlijk de hele dag. De 22 kilometer van vandaag voelde veel zwaarder dan de 30 van gisteren, juist door die hoogteverschillen.
We liepen Colunga binnen en deden gelijk de boodschappen: brood, kaas, chocolademelk, nootjes en water. Het hotel “Las Vegas” was makkelijk te vinden. En daar zijn we nu.
Ik ga onder de douche; de kleinkinderen willen met ons bellen over 15 minuten en dan moet oma wel klaar zijn.
Morgen de een na laatste etappe naar Villaviciosa.
Liefs van Hetty.
Het is meer dan alleen stoppen met lopen. Het is een manier van leven waar we afscheid van nemen.
Wellicht hoef je niet volledig afscheid te nemen.
Ik hou heel graag contact. Alle liefs!
Maar….. ik weet ook dat de waan van de dag weer andere dingen vraagt. Mediteren met je voeten is makkelijker. Maar goed, straks zal ik weer dagelijks mijn drie ochtendpagina’s schrijven als introspectie. Schrijven is ook een vorm van contemplatie.
Maaarr jullie zijn inmiddels ervaren ... gaat vast lukken!
En zo op bijna op het eind van onze Camino, denk ik dat ik als wandelaar op pad ging, maar als pelgrim terug kom.