Trier, een openluchtmuseum

1 april 2024 - Saarburg, Duitsland

Mijn gulzigheid werd afgestraft. Na bijna drie maanden nauwelijks gedronken te hebben, genoot ik van de frisse witte wijn van “onze” wijnboer. Maar ja, ik was niets meer gewend. Het duurde even voordat ik op gang kwam. We hadden geen haast. We gingen een dagje naar Trier, omdat de voorspelling slecht was. Helaas klopte dat. 
We liepen naar het station en stapten in een volle trein naar Trier, waar we om half twaalf aan kwamen. 
 

“Trier is, samen met Worms, de oudste stad van Duitsland en ook het oudste bisdom ten noorden van de Alpen. Het ligt aan de rechteroever van de Moezel en telt 110.674 inwoners (31-12-‘20). De bouw van de stad werd door de Romeinse keizer Augustus gegeven in 16 v. Chr.” (Bron: Wikipedia)

Trier is een openluchtmuseum. Vanaf het station loop je via een breed  voetgangerspad onder bomen, naar de Porta Nigra. De uit zandsteen opgetrokken stadspoort is de best bewaarde Romeinse stadspoort ten noorden van de Alpen en dateert uit de tweede eeuw. Het is een van de vele  monumenten uit de Romeinse tijd; de Basilica, de Keizerthermen, Barbarathermen, amfitheater zijn de anderen. Ook uit latere perioden heeft Trier veel monumenten, waaronder de 11e tot 18e eeuwse Dom, waarvan de bouw reeds in de 4e eeuw begon en vele andere kerken. We hebben ze niet allemaal gezien. De Trierer Dom hebben we uitgebreid bekeken. Het orgel is erg bijzonder. De tuniek van Christus, “Heilige Rock” genaamd ligt hier ook bewaard. Het oudste deel uit de 4e eeuw is het mooiste. Ook de kloostergang en binnentuin vond ik erg fraai. 
Pal ernaast staat de Lieve-Vrouwe-Basiliek, de oudste gotische kerk van Duitsland met een twaalfbladige roos als bouwvorm.  Het heeft prachtige glas in lood ramen. 


We dwaalden door de stad, liepen over pleinen met fraaie fonteinen (Groote Markt), vakwerkhuizen, het geboortehuis van Karl Marx en door winkelstraten. Het was levendig met veel toeristen. Trier is het centrum van de wijnhandel en heeft een belangrijke functie als winkelcentrum voor een grote regio en is een studentenstad. Ook de ligging in het Moezeldal maakt haar aantrekkelijk voor mensen zoals wij, die een alternatief voor het wandelen zochten. 
 

We aten een broodje en wandelde  langzaam weer terug naar het station. Het was absoluut geen verloren dag. En uiteindelijk hebben we ruim tien kilometer gelopen. 
Bij terugkomst op de camping om vier uur zagen we hoe er gaten waren gevallen; het Paasweekend zit er voor de meeste mensen weer op. Wij trekken morgen verder naar Zell Kaimt, we mogen nog even. 


 

Foto’s

Jouw reactie