'Want is pelgrimeren dan wandelen met je ziel... (Jeroen Gooskes)

20 mei 2017 - Rhenen, Nederland

11_12_01_Toerisme-Santiago-pelgrim-Bosch (Jeroen Bosch)

Het woord 'pelgrim', vroeger ook wel 'pelegrijm' of 'pelegrijn', komt van het Latijnse 'peregrinus' dat 'vreemdeling' betekent. Peregrinus komt op zijn beurt van peregre (naar of uit de vreemde). Een Peregrinus was iemand die agros, dat wil zeggen 'over akkers' of door 'het land zwierf'.

De pelgrim vroeger ondernam de reis om redenen als straf, om boetedoening of verlossing. Er waren veel gevaren die op de loer lagen. Vooral mensen die zich ten koste van de pelgrim wisten te verrijken: herbergiers, rovers, hoeren, verklede priesters, zogenaamde zieken, onbetrouwbare geldwisselaars, kooplui met valse maten en gewichten en onredelijke tollenaars en veerlieden.

Jacob                       jacobus3

Jan Blokker jr. schreef: "Voor iedereen die zich op weg begaf, was het een hachelijke onderneming waarvan de afloop ongewis was. De pelgrim legde zijn lot in Gods handen; in verschillende rituelen werd daarop de nadruk gelegd. De reiziger in spe diende zijn schulden te leningen, zijn vrouw en kinderen behoorlijk verzorgd achter te laten, een testament op te maken en te biechten. Dan werd zijn buidel gezegend en kon hij vertrekken"

De pelgrim nam  een getuigschrift mee, die hij bij voorkeur liet schrijven door een geestelijke. Daarin werd vermeld wat het karakter was van de pelgrim en het doel van zijn reis. Het voordeel van het getuigschrift was dat daarmee het onderscheid werd gemaakt tussen landlopers, mensen met onzuivere bedoelingen en echte pelgrims. Bovendien was het makkelijker om een slaapplaats te vinden of hulp te vragen met dit document in handen.

De geestelijke gaf hem ook de pelgrimszegen. De klassieke pelgrimszegen uit het Romeinse Benedictionale:

"Almachtige God,

Gij houdt niet op uw goedheid te tonen aan hen die U liefhebben en Gij laat U vinden door wie U zeken. Wees hen genadig, die hun pelgrimstocht aanvangen en hun schreden richten naar Uw wil. Wees voor hen een schaduw in de hitte van de dag en een licht in het donker van de nacht. Schenk verlichting in de vermoeidheid opdat zij onder Uw hoede aan het eind van hun weg behouden aankomen. Door Jezus Christus, onze Heer"                  

Met deze zegen ging de pelgrim op pad. Hij was herkenbaar aan zijn breedgerande, van voren omhooggeslagen hoed, een wijde mantel, de pelgrimsstaf, een kalebas om uit te drinken, een tas voor belangrijke documenten en de Sint Jacobsschelp. Deze schelp was aanvankelijk het bewijs dat men een pelgrim was, later is de schelp het herkenningsteken van de Santiago pelgrims geworden (Vieira).

  Jacobschelp                                

De vieira heeft een eigen legende: een bij Iria Flavia (tegenwoordig Pardron) viel een Portugese ridder in zee en eenmaal uit het water gered, was hij van top tot teen met Sint Jacobsschelepen bedekt.

De Jacobsschelp staat symbool voor goede werken en doet door zijn vorm denken aan een mensenhand.

Bron:  Boek prlgrimeren

1 Reactie

  1. Kees nab:
    21 mei 2017
    Wij begrijpen nu dat jullie , alvorens op reis te gaan in Portugal, er goed aan doen een getuigschrift op te laten maken opdat jullie niet aangezien worden voor landlopers of erger.